Op haar eerste reis door de Verenigde Staten ontmoette An Rutgers van der Loeff de toen 15-jarige Donald. Het was in een kleine havenplaats aan de rotsige noordoostkust. Niet langer dan vijf minuten heeft ze hem gezien, maar vanaf het eerste moment wist ze dat ze hem nooit meer zou kunnen vergeten. De kreeftenvanger met wie ze op vangst uitvoer en voor wie Donald de boot losgooide, heeft haar daarna op zee diens verhaal verteld: Donald verloor al heel jong zijn ouders bij een auto-ongeluk, dat hem zelf voor het leven verminkte. Zijn opvoeding in internaten werd betaald door zijn grootmoeder Lesposia, die een afschuw heeft van de gruwelijk verminkte jongen. Zonder liefde groeide hij op, tot hij de grote baseballspeler ontmoette, die zijn leven "redden", maar hem uiteindelijk ook weer verraden heeft.
Nog diezelfde dag heeft de schrijfster geprobeerd 'de grote Lesposia' te ontmoeten, die tientallen jaren als actrice grote triomfen had gevierd op Broadway en die nu oud en mokkend in het mooie witte huis op de heuvel woonde. Maar Lesposia heeft ze niet te zien gekregen.
En Dougy Williams, de beroemde baseballspeler, Donalds idool en verrader? Na het verhaal van de kreeftenvisser heeft ze zijn portret uit de krant geknipt en een uitzending van een match beluisterd waarbij deze man, die zo'n beslissende rol in Donalds leven had gespeeld, door een brullende menigte werd toegejuicht. Maar toen was het al onvermijdelijk geworden dat dit verhaal op papier zou komen te staan.