Suus is docent geschiedenis in het voortgezet onderwijs. Ze twijfelt steeds vaker of dit nog wel bij haar past. Ook haar huwelijk met Justin is niet het sprookje waar ze op had gehoopt. Net voor haar zomervakantie van start gaat, krijgt ze een verontrustend telefoontje van Berend, de buurman van haar moeder Ebba. Zij is door Janus, zijn herdershond, gevonden nadat ze van een ladder is gevallen. Hals over kop gaat Suus naar Drenthe. Haar moeder blijkt een lange revalidatie voor de boeg te hebben. Suus neemt het besluit om tijdens haar zomervakantie het koffiehuis van haar moeder open te houden. Door de tekorten in de gezondheidszorg is het lastig om Ebba naar huis te laten komen, zeker met het oog op het einde van Suus' zomervakantie. Met kunst en vliegwerk krijgen ze samen de zorg voor Ebba rond, maar toch laat Suus haar niet met een gerust hart achter. Na een schokkende gebeurtenis stort het kaartenhuis rondom de zorg van Ebba in en besluit Suus onmiddellijk terug te keren naar Drenthe. Het zorgt ervoor dat ze na gaat denken over de vraag hoe het verder moet met haar eigen leven. Een ding weet ze al snel zeker: ze wil geen docent meer blijven. Als er zich dan een kans aandient, bedenkt ze samen met Benno, de verpleegkundige van de thuiszorg, en Gijs, de neef van Berend, een droomplan. Maar of dit haalbaar is...