Dit is het verhaal van Peggy Hillcoat, in 1975 acht jaar oud. Tijdens de zomer van dat jaar gaat ze vaak kamperen met haar vader, luistert ze eindeloos naar haar favoriete plaat van The Railway Children en naar het betoverende pianospel van haar moeder.
Na een familiecrisis die Peggy pas veel later zal begrijpen, neemt haar vader James, een zogenaamde ‘survivalist’, haar mee van Londen naar een hut ergens diep in de bossen van Europa. Hij vertelt Peggy dat de wereld is vergaan. Ze zullen met zijn tweeën moeten zien te overleven. En zo bestaat haar leven ineens alleen nog uit een zelfgebouwde piano die geen geluid maakt, een bos waarin alles wat groeit gebruikt wordt om van te leven en een klein houten huisje dat Alles is.
Negen jaar lang is Peggy voor de buitenwereld verdwenen.
‘Beeldschoon en bijzonder. Vanaf de eerste zin grijpt dit verhaal je bij de keel.’ – The Sunday Times
‘Een triomf… Fuller heeft een meesterlijk, spannend sprookje voor volwassenen geschreven.’ – The Times
‘Fuller beschrijft de natuur bedwelmend mooi, in al haar schoonheid en wreedheid.’ – Independent