De angst om ontdekt te worden in het vochtige gras van een weiland tijdens wapendroppings. Het ultieme zelfoffer in de strijd om het behoud van godbetert een brug. Vrienden die plots verdwijnen. Wat is de drijfveer van amper volwassen jongens en meisjes om hun leven te riskeren in een schijnbaar zinloze strijd? Een vaderlandslievend plichtsbesef? Heldendom? Een Heilige Gramschap? Peter, een jonge lasser die nog inwoont bij zijn ouders, maakt deel uit van het gewapende verzet. Zijn groep is betrokken bij de verdeling van wapens, bij sabotageacties en aanslagen. Wanneer de bevriende legers eindelijk oprukken, verdedigen Peter en zijn kameraden een brug over de rivier, tegen een hoge menselijke prijs. Later sluit hij zich aan bij de legereenheden die de vijandelijke troepen opjagen. Ondanks dat hij vreugde zou moeten voelen over de bevrijding, overvalt hem de zinloosheid van al die jaren van extreem geweld. In bezwerend en bijwijlen poëtisch proza componeerde Maurice D’Haese, vergeten grootmeester van het Vlaamse existentialisme, de enige Vlaamse verzetsroman die naam waardig. Deze heruitgave van ‘De Heilige Gramschap’ mag gelden als de rechtzetting van een historische omissie, die eindelijk ook de literaire representatie van het verzet een plaats geeft tussen de eindeloze volumes die in Vlaanderen gewijd zijn aan oorlog, collaboratie en repressie.