De twaalfjarige David ontmoette de oude meneer Rosenthal toen hij zich samen met een paar klasgenoten als vrijwilliger aanmeldde voor de actie 'adopteer een bejaarde'. Volgens Rosenthal begint het leven pas bij zeventig. De moeder van David vindt het maar niets; hij zou eens vrienden moeten maken met mensen 'van wie de leeftijd niet een veelvoud van vijfendertig bedroeg'. Maar de klasgenoten van David maken lang niet zulke spannende dingen mee als Rosenthal. Er zijn altijd huizen en straten die Rosenthal vanuit een nieuwe hoek of op een ander uur van de dag wil fotograferen, er is altijd wel iets om kwaad over te worden, waarop moet worden gereageerd met brieven in de krant. En er is de bullebak van het bejaardentehuis, Rudi Schwartz. De strijd tussen de twee mannen, natuurlijk om een vrouw van wie ze beiden veel hebben gehouden, bereikt zijn hoogtepunt in de vorm van een ouderwets duel. Heel kinderachtig eigenlijk, vindt David. En gevaarlijk bovendien - misschien had hij toch maar vrienden van zijn eigen leeftijd moeten zoeken... of kan hij het duel nog stoppen? In zijn poging tot het redden van zijn oude vriend, stuit David op een geschiedenis die zich over Duitsland, Israël en Engeland uitstrekt, en waarin oude liefdesaffaires, waardevolle gestolen tekeningen, en twee pistolen uit de Eerste Wereldoorlog een rol spelen. Het duel laat ons meekijken met de opgewekte David, die normaal alleen in beweging komt als hij een bladzijde van een boek omslaat, maar die nu toch opeens in een waar avontuur terecht is gekomen. Het is met meesterlijke subtiliteit dat Grossman ons niet alleen een spannend verhaal voorschotelt, maar ons daarnaast weet te raken met een prachtig portret van een ongewone vriendschap.