Bob Johansson heeft zojuist zijn softwarebedrijf voor een klein fortuin verkocht en verheugt zich op een leven vol vrije tijd. Het eerste item op zijn to-dolijst: deze enorme meevaller te gelde maken. In een drang om geld uit te geven, meldt hij zich aan om zijn hoofd in te laten vriezen in geval van overlijden. Vervolgens wordt hij overreden als hij de straat oversteekt. Als Bob 117 jaar later wakker wordt, ontdekt hij dat zijn brein is geüpload naar computer-hardware en maakt hij kans om de KI te worden in een interstellaire Von Neumann-sonde. Maar daarmee is hij ook een doelwit voor andere machtsblokken op aarde. De veiligste plek voor Bob is in de ruimte, op topsnelheid wegkoersend van de aarde. Dat denkt hij tenminste. Bob en zijn klonen gaan op een missie om bewoonbare planeten voor de mensheid te vinden en moedig te gaan waar geen Bob ooit is geweest. Maar het universum blijkt vol verschrikkingen, en indringers maken hen kwaad, heel erg kwaad.