Hannelie Groenewald volgt met haar man Werner Gods roeping naar Afghanistan, een primitief land, waar een grote geestelijke duisternis heerst. Met hun zoon Jean-Pierre en dochter Rodé bouwen ze er een nieuw bestaan op, waarbij ze op allerlei manieren proberen dienstbaar te zijn. Na een verblijf van twaalf jaar wordt er een aanslag gepleegd op het huis en kantoor van de familie Groenewald. Werner en de kinderen komen bij deze wrede terreurdaad om het leven. Als Hannelie zo onverwacht haar gezin verliest, wordt ze indringend geconfronteerd met vragen: Hoe kon zoiets gebeuren? Waar is God nu? Om anderen die met deze vragen worstelen te helpen, schreef ze haar verhaal op. Ze wil hiermee een boodschap van hoop en genezing brengen. De hoogste prijs moedigt aan om het liefdevolle karakter van God en de kracht van vergeving te zien, zelfs in de meest verschrikkelijke omstandigheden.