Non nobis, de omvangrijke historische roman over de ondergang van de tempelorde, is het literaire debuut van Hanny Alders. De uitgave is zes keer herdrukt. Alders plaatst de lezer in het jaar 1307, als tempelridder Richard de Bastaard onder mysterieuze omstandigheden Londen verlaat en zich naar Frankrijk begeeft, waar de sluwe Franse koning, Philips de Schone, de tempelorde beschuldigt van ketterij.
De titel van het boek is ontleend aan het devies van de Tempel: 'Non nobis, non nobis, Domine, sed numini tuo da gloriam - niet ons, niet ons, Heer, maar U zij de glorie' Onder dit devies gaven de tempelridders eens hun leven voor het behoud van het Heilige Land, niet om persoonlijke roem te verwerven, niet om zichzelf te verrijken, maar uit pure devotie.
Met dezelfde opofferingsgezindheid en zelfverloochening zet Richard de Bastaard zich in om de orde van de ondergang te redden. Tegelijkertijd op zoek naar hel geheim dat de Tempel bewaart over de waarheid rondom zijn geboorte, wordt Richard in zijn strijd niet alleen geconfronteerd met de Franse koning, de slappe houding van paus Clemens V, met edelen en geestelijken, maar ook met zijn eigen broeders én drie vrouwen, die hem elk op hun eigen manier begeren. Als deze strijd ten slotte gestreden is en hij daar lichamelijk en geestelijk gehavend uit verrijst, heeft hij weliswaar gevonden wat hij zocht, maar blijkt het voor veel dingen te laat te zijn
Al op de middelbare school werd de belangstelling van Hanny Alders (Rotterdam 1946) gewekt voor geschiedenis en met name voor de middeleeuwen. Maast geschiedenis ook de literatuur, de kunst, oude handschriften (ze kalligrafeert zelf) en de muziek van de middeleeuwen (die ze ook beoefent). In 1975 las de schrijfster in het vierluik van Thomas B. Costain over het Engelse koningshuis der Plantagenets een fragment van een paar bladzijden over het proces tegen de tempelorde.
Alders voelde sympathie voor de zwakste partij, de 'underdog' en werd geïntrigeerd door deze episode van de geschiedenis, die in Nederland niet algemeen bekend is. Zo werd het idee voor een roman geboren - aanvankelijk een emotionele uiting, later een meer beredeneerde drijfveer: het verhaal van de ondergang van de Tempel in een zodanige vorm te gieten dat het voor een breed publiek bereikbaar zou worden.