Is Nederland een land van kaas, coke en killers? Dit boek schetst een ontluisterend beeld van hoe Nederland vanaf de jaren zeventig geleidelijk opschoof naar een de facto narcostaat, met de opkomst van nietsontziende misdaadgroepen, corruptie, liquidaties en 'vergismoorden' in de onder- en bovenwereld. Nederland is in de internationale georganiseerde drugscriminaliteit zowel een belangrijk doorvoerland als een productieland van formaat. Met name de havens van Rotterdam en Antwerpen spelen bij de smokkel van cocaïne en als exportmogelijkheid voor Brabantse nederwiet en XTC-pillen een belangrijke rol. Het gedoogbeleid en de politiek van wegkijken heeft de weg geplaveid voor de georganiseerde misdaad. Naast blijvende gezondheidsschade als gevolg van drugsgebruik is er niet alleen sprake van grof geweld en liquidaties, maar ook van criminele geldstromen die verweven raken met de reguliere economie.