De hark is die typische manier waarop managementbureaucratieën zichzelf tekenen. Beslissers bovenin, doeners onderaan. Soms nuttig, maar meestal kan die hark maar beter in de schuur blijven, waar hij hoort. Toch zijn we zowat alles in harken gaan organiseren. In dit boek wordt duidelijk hoe het zover gekomen is. En hoe we daar weer voorbij geraken. Want hoe zorg je dan wel dat je organisatie een goed samenwerkend geheel blijft? Het antwoord op deze vraag begint met vier inzichten: 1. Niet organisaties hebben een doel, maar mensen. En hun doel is gekoppeld aan het vak dat ze uitoefenen. 2. Als je organiseert met de menselijke maat, waarin iedereen alles kan overzien, heb je geen sturing van buitenaf nodig. 3. Het systeem moet daarmee onverkort dienstbaar zijn aan de mens, niet andersom. 4. Als volwassen vakmensen vruchtbare samenwerkingsrelaties zoeken, doen ze dat ook voorbij de hark. In onze Rijnlandse geschiedenis liggen de antwoorden voor het oprapen: heel praktische lessen. In dit boek lees je hoe je die lessen – de fundamenten onder het Rijnlands denken – kunt interpreteren en toepassen in je eigen organisatie.