Een bergeend lijkt zich evenzeer thuis te voelen in de kwelders langs de Waddenzee als op de steppes in Mongolië. Maar hoe zit dat met een mens? Waar voel je je thuis en waar voel je je een volslagen vreemde? Ecoloog Herbert Prins begon zijn grote trek toen hij nog amper volwassen was, als bediende op de grote vaart. Later, als natuurhistoricus, nam hij de wisselwerking tussen natuur en cultuur onder de loep. De mens reist en moet zich pas sinds vrij recent in de geschiedenis van de soort iets aantrekken van geografische grenzen. Dieren en zaden reizen al sinds jaar en dag, maar trekken zich niets aan van grenzen. Alhoewel - wat zou een krokodil in de Waddenzee te zoeken hebben? Van een boeddhistische monnik die hyperspecialist is in het gedrag van blauwschapen, tot een kudde stomdronken Russische arbeiders die genadeloos uit een trein wordt gezet, zo de ijskoude nacht in; van de mythische muskusos tot een hongerige ijsbeer voor de deur, van cabin fever tot thuisgevoel. In De wijsheid van eksters toont Herbert Prins zich een aanstekelijk verteller en een scherpzinnig observator van de wereld om zich heen. Maar bovenal is dit boek een reflectie op grenzen en thuisgevoel van een van 's werelds vermaardste ecologen.