Zelden of nooit is een indringender verhaal geschreven over de zwerftocht van een kind door de oorlog. Irene Butter (1930) was zes jaar toen ze met haar familie vluchtte uit Berlijn en in Amsterdam terechtkwam. Ze werkte als jong meisje in de crèche van de Hollandsche Schouwburg, waar de opgepakte joden van Amsterdam werden verzameld. Samen met haar familie werd ze naar Westerbork gedeporteerd en uiteindelijk doorgestuurd naar Bergen-Belsen, waar ze nog heeft geprobeerd Anne Frank te helpen. Met onvoorstelbare moed en kracht ging ze de donkerste tijd in: de kampbarakken, de honger, de dood om haar heen. Reni was veertien toen ze in januari 1945 werd uit geruild tegen Duitse gevangenen. Vermagerd en vernederd tot op het bot, maar ondanks alles hoopvol en humaan. Toen ze kerstmis 1945 aankwam in New York, werd haar geadviseerd over de oorlog te zwijgen en alleen maar aan de toekomst te denken. Veertig jaar lang hield ze haar mond, maar uiteindelijk besloot ze haar verhaal te vertellen. In dit boek kruipt Irene Butter in aangrijpende en ontroerende scènes in de huid van het kind dat ze ooit was. De lezer leeft intens mee, door de nooit eerder vertelde details en de enorme zeggingskracht van haar verhaal.