Een verhelderend commentaar op de Tao Teh King van Lao Tse, waarin overtuigend wordt aangetoond dat de gnostieke boodschap èn universeel èn van alle tijden is – en waarin de nog steeds aanwezige mogelijkheid tot de bevrijding van de mensheid uit haar staat van gevallenheid wordt aangegeven. Bij de talloze vertalingen en commentaren die op de Laozi, zoals men tegenwoordig zegt, gegeven worden en blijven verschijnen, is dit boek uniek, omdat het de tao Teh King ziet als een gnostiek geschrift, en waarin het dus op gnostieke wijze belicht wordt. Vandaar ook de titel: De Chinese Gnosis. De gnosis zien de auteurs als de samenvatting van de oerwijsheid, van alle kennis die direct heen wijst naar het oorspronkelijke, goddelijke leven, een kennis die de mens toegang verschaft tot de weg die naar verlossing leidt. Gnosis wordt gevonden in de wijsheidstaal van alle eeuwen, van alle volkeren en rassen. Zo schreef ruim tweeduizend jaar geleden de Chinese wijsgeer Lao Tse zijn onvergankelijke werk Tao Teh King. Zó compact, zó diepgaand, dat het ondanks zijn beperkte omvang, alles bevat wat de zoeker naar de waarheid nodig heeft om deze te kunnen vinden. De auteurs van De Chinese Gnosis zeggen in hun commentaren onder andere: “Iedere leerling op het pad moet de Tao Teh King lezen en herlezen en als het ware woord voor woord spellen. Waarom? De Andere, voor wie Tao bestemd is, ligt in u gevangen en u kunt hem vrijlaten door hem te laten opwaken in u, door zelfovergave in woe-wei. Daarom sprak Paulus: “niet ik, doch Christus in mij”. Wie zo dit boek weet te lezen, zal ontdekken dat “Tao in zijn stralingen en werkingen onuitputtelijk is”. De auteurs behandelen in dit boek de eerste 33 van de in totaal 81 hoofdstukken.