`De dood van mijn poes is niet alleen een aandoenlijk verhaal, het is ook in een aandoenlijke stijl geschreven, een onbevangen en liefkozende stijl, die blij uit de hand van de auteur glijd. Lodewijk van Deyssel omschreef de tederheid van het verhaal als volgt: `... welk een zilver-zuivere ziel en welk een strenge kunstkracht moet de man hebben, die zó van vuur en van ijs een hemelhoge graftempel weet te bouwen voor het dode zacht-kleine, klein-kleine, dat hij lief heeft gehad. Jac. van Looy (1855-1930) was schrijver en schilder. Als schrijver maakte hij deel uit van de beweging der Tachtigers. Als schilder wordt hij gerekend tot de Amsterdamse School. `De dood van mijn poes is voor het eerst verschenen in `De Nieuwe Gids; Jaargang 4 (1889). Voor deze uitgave is de spelling gemoderniseerd.