De tabaksindustrie in Nederland heeft decennialang grote invloed gehad op het tabaksbeleid van de overheid. In de media meed de bedrijfstak zorgvuldig iedere discussie over roken en gezondheid, maar gelijktijdig hebben de sigarettenfabrikanten met een uitgekiende lobby sinds de jaren 70 met succes overheidsbeleid ondermijnd en getraineerd. Dit blijkt uit interne documenten van de Nederlandse tabaksindustrie, die in de VS bij rechtszaken openbaar zijn geworden. Gedwongen door schadeclaims heeft de industrie opening van zaken moeten geven over de gevaren en risico's van het roken. Tot 1999 ontkenden de fabrikanten het verslavende effect van nicotine en tot voor kort bestreden zij de uitkomsten van wetenschappelijke studies die de relatie tussen roken en kanker aantoonden. Bij de productie van sigaretten en shag worden stoffen toegevoegd waarvan een aantal op z'n minst het verslavende effect versterken. En hoewel de sigarettenindustrie altijd beweerd heeft dat haar marketingbeleid niet op jongeren is gericht, blijkt in de praktijk dat deze doelgroep wel degelijk de reclame heeft bepaald. In dit boek wordt gedetailleerd beschreven hoe de tabaksindustrie in Nederland jarenlang, niet gehinderd door overheidsingrijpen, een product op de markt kon brengen, waaraan in Nederland sinds 1950 ongeveer een miljoen mensen zijn overleden. Joop Bouma, onderzoeksjournalist bij Trouw, beschrijft in dit boek de Nederlandse tabakslobby en de reacties daarop uit politiek en samenleving. Hij maakte ook gebruik van duizenden interne documenten die vijf Nederlandse ministeries vrijgaven na een beroep op de Wet Openbaarheid van bestuur.