Dit boek gaat over het leven van Anna, de grootmoeder van de auteur. Anna groeide op bij een tante in Amsterdam en op haar negentiende vertrok ze naar Duisburg waar haar geliefde Henk werk heeft gevonden. Door een explosie komt een deel van Leiden in puin te liggen. Cholera breekt uit en door de grote prijsstijgingen van voedsel raken mensen ernstig gedesillusioneerd. Een moeder wordt 'gek' en komt in een gesticht terecht. Het zijn de grote problemen waar vier generaties vrouwen in het Leiden van de negentiende eeuw mee moeten leven. Hoewel de eerste generatie het nog redelijk goed had, wordt het leven voor de volgende generaties steeds zwaarder. Henks moeder, Rietje, is geboren en getogen in Amsterdam en getrouwd met een joodse man. Ze krijgen vijf kinderen, waarvan er slechts twee in leven blijven. Het huwelijk loopt stuk en Rietje krijgt een verhouding met een weduwnaar. Met hem krijgt ze nog een zoon: Henk. Anna en Henk trouwen en ze krijgen en dochter. Dan breekt de Eerste Wereldoorlog uit ... MARLIES VAZ NUNES (1953) is jarenlang werkzaam geweest als bioloog in Griekenland, Engeland, Schotland en Duitsland en woont sinds 2004 weer in Amsterdam. Als tiener schreef ze verhalen totdat school en de universiteit haar te veel tijd vergden. In de jaren 90 begon ze vanuit Engeland weer te schrijven. Intussen heeft ze enkele boeken gepubliceerd.