Het oeuvre van Maurice Gilliams (1900-1982) beslaat twaalfhonderd pagina’s verhalend proza, poëzie en essays. Hoe beperkt ook van omvang, de kwaliteit en intensiteit van zijn sterk autobiografische werk is groot. Toen hij zesendertig was brak Gilliams in Nederland en Vlaanderen door met de roman Elias of de nachtegalen. Met zijn poëzie, waarin het besef van vergankelijkheid voortdurend aanwezig is, inspireerde hij vele auteurs, onder wie Stefan Hertmans en Marieke Lucas Rijneveld.
Gilliams, een stilist pur sang, ontving voor zijn werk de Driejaarlijkse Staatsprijs en de Prijs der Nederlandse Letteren en Elias of de nachtegalen is opgenomen in de Vlaamse Canon van de Nederlandstalige Literatuur. Toch wordt zijn werk niet veel meer gelezen, en zelfs zijn naam is velen onbekend. Nu, veertig jaar na zijn overlijden, stelt schrijfster Leen Huet een mooie, representatieve bloemlezing samen. Deze verzameling toont eens te meer het meesterschap van de auteur en de tijdloze kwaliteit van zijn werk. Gilliams streefde naar introspectie en zelfkennis en moest daarvoor diep in de spiegel kijken.