In de geschiedenis van Europa duurde de middeleeuwen (of middeleeuwse periode) van de 5e tot de 15e eeuw. Het begon met de val van het West-Romeinse rijk en ging over in de Renaissance en het tijdperk van ontdekking. De middeleeuwen is de middelste periode van de drie traditionele afdelingen van de westerse geschiedenis: de klassieke oudheid, de middeleeuwse periode en de moderne periode. In deze lange periode van duizend jaar waren er allerlei gebeurtenissen en processen die heel verschillend van elkaar waren, tijdelijk en geografisch gedifferentieerd, en reageerden zowel op wederzijdse invloeden met andere beschavingen en ruimtes als op interne dynamiek. Velen van hen hadden een grote projectie naar de toekomst, onder andere die de basis legden voor de ontwikkeling van de daaropvolgende Europese expansie, en de ontwikkeling van sociale agenten die een overwegend op het platteland gebaseerde samenleving ontwikkelden maar getuige waren van het ontstaan van een beginnend stadsleven en een bourgeoisie die uiteindelijk het kapitalisme zal ontwikkelen.
Authors: Mikael Eskelner, Martin Bakers, Tobias Lanslor