Een stippellijn op de kaart werd in augustus 1914 plotseling de scheidslijn tussen oorlog en vrede. Om aan te duiden waar het neutrale Nederland begon, hing men het rood-wit-blauw aan de kerktorens en markante gebouwen. In weilanden aan de grens werden koeien gemolken met een vlaggetje ernaast. Het gebulder van geschut leek niet op te houden, lijken en kadavers stroomden met de Maas het land in en nadat Belgische buurdorpen waren platgebrand, kwam een enorme vluchtelingenstroom op gang. Het was een illusie dat door de Nederlandse neutraliteit alles zijn normale gang zou blijven gaan. De jaren 1914-1918 werden in een grensdorp als Eijsden heel anders beleefd dan in het hart van Nederland. Toen de Duitse keizer zich op een vroege ochtend in november 1918 juist hier meldde, kwam het einde van de oorlog in zicht. Maar de wereld was, ook in Eijsden, voorgoed veranderd. Op magistrale wijze verweeft historicus Paul van der Steen het grote verhaal van de Eerste Wereldoorlog met de weinig bekende grensgeschiedenis van vluchtelingen, overbevolking, smokkel en spionage.