Wie werd geboren in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw weet wat het is om op zaterdag in de teil te gaan, om de kleren van oudere broers en zussen te moeten afdragen. Die weet wat 'bussie-trap' is of 'slierten'. En dat je je fiets (als je die al had) of je step met een luciferdoosje, een knijper en een elastiekje kon laten klinken als een brommer. Of dat je door trouw drie bekers melk per dag te drinken lid kon worden van de Melkbrigade, wat je zelfs een insigne op de mouw van je jas bezorgde.
Het was een tijd van schaarste en zuinigheid, maar ook van vindingrijkheid. Met weinig middelen wisten mensen zich te redden en kinderen zich te vermaken. En hoewel vroeger lang niet altijd alles beter was, is praten en vertellen over vroeger vaak wel leuk. Zeker met leeftijdsgenoten onder elkaar. Spreek het toverwoord 'Snoepje van de week' uit of 'King Corn' en bij iedereen borrelt een stroom aan herinneringen op.
'Oh ja!' is een verzameling (alfabetisch gerangschikte) herinneringen aan spelletjes, belevenissen, voorwerpen, levensmiddelen en nog veel meer zaken die het leven bepaalden in de jaren vijftig tot zeventig van de vorige eeuw. Een bron van inspiratie ook voor het eigen geheugen van de lezer: de ene herinnering roept de andere op. En dat levert gespreksstof op, want wat in de buurt van Rotterdam 'bokkiespringen' heette en elders 'haasje-over', hoe werd dat in Groningen of Limburg genoemd? En waren de regels van bordjebal overal hetzelfde?
Met 'Oh ja!' herbeleef je als lezer je jeugd, maar heb je ook een mooi hulpmiddel om kinderen en kleinkinderen te vertellen of te laten lezen over die moeilijke maar mooie jaren waarin een televisietoestel een bijzonderheid was en een telefoon nog gewoon in een hokje op straat stond.
Over de auteur(s):
Rob Krabben (1955) studeerde Nederlands in Utrecht en werkte als journalist voor onder meer Het Vrije Volk en de Stentor. Groeide op in Vlaardingen en beschreef zijn herinneringen aan de tijd waarin ouders en kinderen leerden van weinig veel te maken.