De familieroman Alles wat blijft van Roberta Recchia speelt zich af in Rome, 1956. De rebelse Marisa en stille Stelvio vallen als een blok voor elkaar. Na een woelige start van hun relatie trouwen ze en krijgen ze een dochter, Betta. Zo’n twintig jaar later verandert hun leven voorgoed. Als ze met de familie naar hun strandhuis gaan gebeurt er iets verschrikkelijks en komt Betta om het leven. Niemand weet dat haar nichtje Miriam erbij was, die geen andere mogelijkheid ziet dan voorgoed zwijgen over wat ze heeft meegemaakt. In de jaren daarna proberen Marisa, Stelvio en Miriam allemaal op hun eigen manier een weg te vinden uit hun verdriet, en naar elkaar. Een onverwachte ontmoeting is daarin een voorzichtige eerste stap...
Een prachtige, gelaagde roman over liefde, geheimen en trauma’s, over ongeluk en het noodlot, en dingen die ons eraan herinneren hoe kwetsbaar we zijn.
‘Misschien wel een van de beste boeken van het jaar.’ — Venezia Today