De frontman van The Who vertelt hoe hij vanuit het niets opklom tot rock-’n-rollmegaster
Roger Daltrey is de stem van The Who, een van de grootste bands aller tijden. Hij werd in maart 1944 geboren, op het hoogtepunt van de Londen Blitz. Hij vocht zich (letterlijk) door armoede en zijn schooltijd. Op zijn zeventiende, in 1961, stelde hij de band samen die later The Who zou worden.
In zijn autobiografie brengt Daltrey de bekende verhalen over The Who – het stukslaan van instrumenten, de onderlinge strijd, de capriolen van Keith Moon – opnieuw tot leven. Te midden van alle muziek en wanorde, de drugs, de vroegtijdige overlijdens en de gesloopte hotelkamers is Daltrey de perfecte gids: (relatief) nuchter, opmerkzaam en vastbesloten om The Who groter dan groot te maken. Dit boek is niet alleen zijn persoonlijke verhaal, maar ook de definitieve biografie van The Who.