Pater familias van Russell Shorto is het verhaal van zijn familie en de gangsters. In Johnstown, Pennsylvania, bouwden ‘Little Joe’ Regino en Russ Shorto een gokimperium op, met de inkomsten van de arme lokale fabrieksarbeiders als inleg. Bij dit illustere duo konden de gokkers weddenschappen afsluiten op een paard, flipperspel of ‘tip seal’. Voor hen was er geen betere kans om hun American dream te zien uitkomen. Decennia later wordt Russell Shorto aangespoord om het verhaal van zijn familie op te schrijven. Het enige wat hij weet is dat zijn grootvader een gangster was, en dat binnen zijn familie de stilzwijgende afspraak gold dat er niet over hem gesproken werd.
In Pater familias gaat Russell Shorto op zoek naar de man naar wie hij vernoemd is. Hij duikt in de wereld van de maffia in het kleine stadje Johnstown. Het levert een meeslepend verhaal op, dat persoonlijk wordt op het moment dat Russells zieke vader besluit zijn partner te worden bij het reconstrueren van het getroebleerde verleden van hun beider stamvader.
Pater familias is een ontroerende, grappige en onweerstaanbare biografie en een interessante geschiedenis van de jaren vijftig en zestig ineen, geschreven door een meesterverteller.
***** 'Langzaam groeit het misdaadverhaal uit tot een delicate psychologische memoir. Een parel in Shorto's oeuvre.' – de Volkskrant
**** 'Shorto beschrijft een mensenleven én probeert het te begrijpen – zoals het een goed historicus betaamt.' - NRC
'Heel leuk opgeschreven. Binnen 24 uur uitgelezen. Het is echt een historische pageturner.' - Historicus Bart Funnekotter, OVT-podcast
'Russell Shorto’s Pater familias geeft een overtuigend beeld van een tijd waarin Italiaanse Amerikanen niet in bepaalde buurten mochten wonen of al te succesvol mochten worden. Dit aandenken aan het leven van zijn grootvader – de tijd van speelautomaten en flipperkasten, van plekken als de Melodee Lounge en City Cigar – vermengt grootse geschiedenis met mooie, blijvende herinneringen: “Lange gesprekken over spaghettisaus, en tantes die je op je mond zoenden: in die zin waren we Italiaans”.' – Francis Ford Coppola