De eerste stappen in ons Congolees partnerziekenhuis in Kasongo-Lunda maakten zoveel emoties bij mij los dat ik niet anders kon dan erover te schrijven. Kleine kattebelletjes, van onder mijn muskietennet met een piepklein lampje op zonnepanelen, haastig neergepend, groeiden stilaan tot een boek. Een ziekenhuis zonder water en elektriciteit, ik kon het mij niet voorstellen, maar het is de dagelijkse realiteit in Congo. Het levenslicht zien doven in de ogen van een kersverse moeder nadat ze het leven gaf aan een doodgeboren kind of een operatie niet kunnen uitvoeren omdat de ouders die niet kunnen betalen, het zijn onmenselijke en hartverscheurende momenten die me naar de keel grepen. Ibangu, mijn Congolese collega hoofdvroedvrouw, verwarmde mijn hart met de manier waarop ze zingend en dansend jonge moeders stimuleerde goed voor zichzelf en hun baby te zorgen. Ik werd vaak heen en weer geslingerd tussen hoop en wanhoop, pijn, vreugde en verdriet maar de kracht waarmee artsen, verpleegkundigen en vroedvrouwen vaak met veel te weinig materiaal en middelen proberen zorg te dragen, zullen mij voor altijd inspireren.