Nederland bleef tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) neutraal. Maar het belangrijkste nog neutrale handelsland van Europa werd door de oorlogvoerenden zwaar onder druk gezet. De Nederlandse regering was bang dat toegeven aan de één door de ander als oorlogsverklaring zou worden gezien en trok zich daarom geheel terug. Zij liet het onderhandelen met de oorlogvoerenden over aan particulieren. De belangrijkste particuliere organisatie die toen ontstond was de Nederlandsche Overzee Trustmaatschappij (NOT). Overlegeconomie in oorlogstijd gaat over de werking van deze mysterieuze maar uiterst invloedrijke organisatie, die naast het algemeen ook het eigenbelang van haar rijke eigenaars diende. De NOT kreeg echter te maken met zware concurrentie van krachten binnen het zakenleven en de politiek die zo hun eigen plannen hadden voor Nederland.