Elke lente zwemt de reuzentonijn na een reis van duizenden kilometers in grote scholen de Straat van Gibraltar binnen om zich voort te planten in het warme water van de Middellandse Zee. De prehistorische mens en daarvoor zelfs de neanderthalers wachtten aan de kust op deze Thunnus Thynnus of blauwvintonijn, die meer dan drie meter lang kan worden en meer dan vijfhonderd kilo kan wegen. De Feniciërs en Romeinen richtten er hun almadraba's op in, een visserscultuur die na 2500 jaar nog steeds wordt beoefend in het zuiden van Spanje. Op industriële schaal ingezouten veroverde de tonijn als delicatesse de oude wereld. Millennialang werd fortuin gemaakt en oorlog gevoerd rond deze spectaculaire vis. Aan het einde van de twintigste eeuw veroverde de reuzentonijn, 'vis zonder vaderland', nog één keer de wereld, nu als de meest gewilde grondstof in de miljoenenhandel voor Japanse sushi en sashimi. Dit keer dreigt een draaikolk van hebzucht, corruptie en de plundering definitief een eind te maken aan het voortbestaan van de soort. In Reuzentonijn beschrijft Steven Adolf de opkomst en ondergang van een van de opmerkelijkste vissen die ooit in onze zeeën en oceanen hebben gezwommen; de rol van deze vis in de Fenicische verovering van de westelijke Middellandse Zee tot bij de 'schurkenacademie' van de Spaanse tonijnadel op de Zuid-Spaanse stranden; van zijn mysterieuze verdwijning uit de Noordzee tot zijn massale aanvoer op de enorme Tsukiji-markt in Tokio en zijn rol in de wereldkeuken. En, uiteindelijk, hoe de reuzentonijn is uitgegroeid tot een symbool van de vernietiging van het zeemilieu en onze beperkingen om een globale, grenzeloze samenleving op een duurzame manier te beheersen. Reuzentonijn is een portret van een wereldvis op de rand van de verdwijning. Geactualiseerde editie