In 1944 wordt Boy Ecury gefusilleerd door een Duits executiepeloton. Hij sterft met een glimlach op de lippen. Boy Ecury wordt in 1922 geboren op Aruba. Op de Brabantse kostschool, waar hij door zijn vader naartoe is gestuurd, krijgt Boy het als enige zwarte jongen zwaar te verduren. Hij groeit uit tot een eigenzinnige jongen met een sterk verlangen naar rechtvaardigheid. Dan breekt de oorlog uit. Boy's verzet tegen het onrecht om hem heen groeit. Aanvankelijk pest hij de Duitsers op vrij onschuldige wijze. Langzaam maar zeker wordt zijn verzet echter serieuzer. Welbewust voegt hij zich bij de Knokploegen, die het zwaarste sabotagewerk voor hun rekening nemen. Hij raakt betrokken bij een liquidatie, waarna de hele ploeg wordt opgepakt. Boy wil zijn verzet tot het einde toe volhouden en ontkent zijn sabotage-activiteiten niet. De volgende ochtend wordt Boy, 22 jaar oud, geëxecuteerd. Dit feit en de hele voorgeschiedenis ervan lieten Boy's neef Ted Schouten niet met rust. Na jaren van intensief speurwerk maakte hij een tv-documentaire over het verzetswerk van zijn oom en stelde hij dit boek samen; twee van de initiatieven waardoor het Verzetsherdenkingskruis posthuum werd toegekend aan Boy Ecury. Dit boek bevat het waargebeurde levensverhaal van een opmerkelijk verzetsstrijder. Een ontroerend monument voor een Arubaanse jongeman die zijn leven gaf voor de vrijheid van Nederlanders. Tegelijkertijd met dit boek verschijnt de gedramatiseerde verfilming van het leven van Boy Ecury (regie Frans Weisz), gezien door de ogen van zijn vader, die in het naoorlogse Nederland komt zoeken naar het stoffelijk overschot èn de beweegredenen van zijn zoon. In de hoofdrollen Felix de Rooy, Steve Hooi, Servé Hermans, Gaby Milder, Sylvia Poorta en Johnny de Mol.